Reflecties in het zomerreces

Het zomerreces is aangebroken. Tijd om een paar boeken te lezen en te reflecteren op de eerste helft van 2014, want daar ben ik door de combinatie van het raadslidmaatschap en een nieuwe baan nauwelijks aan toe gekomen.

Van mijn collega Tim Witte kreeg ik in maart het boek “Avonturen in besturen”. Hierin zijn bijna dertig interviews van Nederlandse bestuurders door Bert Vuijsje gebundeld. Het boek dateert uit 2006, maar veel van het beschrevene is voor mij als raadslid bijzonder herkenbaar. Ik kan het iedereen die actief of geïnteresseerd is in de (lokale) politiek van  harte aanbevelen. Ik zet een drietal zaken die mij bij zijn gebleven kort uiteen. Deze uitzetting is daarbij gelijk een persoonlijke reflectie op mijn eerste ervaringen als Haarlems politicus voor D66.

image

“We luisteren te weinig” of “misschien luisteren we te veel”
Dat is in het kort het verschil in analyse van twee (oud-) politici van dezelfde partij van dezelfde situatie: de landelijke politiek en de opkomst van Fortuyn in de jaren 00 van deze eeuw. Een verschil van 180 graden en een verschil dat er nog steeds toedoet.

Een extreem korte weergave op basis van enkele citaten. Hans Wiegel zegt “Politiek is verschil van mening, politiek is debat” en houdt daarbij een pleidooi om altijd het debat aan te blijven gaan, waarbij een grap soms sterker werkt dan een ingestudeerd betoog. Hoe anders dan de conclusie in het, slim direct erna geplaatste,  interview met Hans Dijkstal met als kop “Misschien luisteren we wel te veel naar de mensen”. Dijkstal heeft het over “de verwende burger met zijn vele vrijheden die niet altijd gepaard gaan met bijbehorende verantwoordelijkheden”.

Voor mij is deze schijnbare tegenstelling -altijd luisteren enerzijds of niet luisteren en uitleggen wat het algemeen belang is anderzijds- erg herkenbaar. De kunst ligt er naar mijn mening in om goed te luisteren, na te gaan of je begrijpt wat er wordt gezegd en na te gaan welke andere kanten er ook aan een onderwerp zitten die ook gehoord moeten worden.

Maar wel eerst luisteren. Eerst luisteren, want direct vertellen welk standpunt er “alles afwegende” ingenomen is, kan lang niet altijd. Een heroverweging kan namelijk nodig zijn als het luisteren nieuwe informatie op heeft geleverd. Voor mij persoonlijk betekent dit een politiek die zacht op de relatie om naar iederen te kunnen luisteren en hard op de inhoud om de informatie te doorgronden, te wegen en indien nodig te weerleggen.

Procedurepunten
Hester Maij noemt in het boek haar verbazing over de zogenaamde “Procedurepunten” in college vergaderingen. Dit zijn punten die “in principe geen discussie behoeven”. Dit is voor mij erg herkenbaar. Het afgelopen half jaar hebben we in de raadscommissie bestuur stukken besproken die eigenlijk wettelijk noodzakelijke vernieuwing waren van bestaand beleid. Dus, zelfde beleid, nieuw besluit.

De vraag of dit het juiste beleid was lag dus expliciet niet op tafel. Ik ben blij dat de gehele raadscommissie samen wel deze vraag stelt om samen het beste voor de Haarlemmers te doen, bijvoorbeeld als het gaat om de bescherming van onze persoonsgegevens.

Samen koersen
Geert Wilders beschrijft hoe het er in zijn ogen binnen een fractie niet aan toe hoort te gaan. Het interview vond plaats aan het begin van de oprichting van zijn eigen beweging en hij beschrijft hoe benauwend de verhoudingen binnen de fractie en de fractie discipline bij de VVD voor hem waren.

Ik ben blij dat wij als Haarlemse D66 fractie de ruimte nemen om te luisteren naar elkaars overwegingen. Op deze manier komen we gezamenlijk tot onze standpuntbepaling om samen te koersen.

Nu door in het volgende boek: Triumph of the City door Harvard econoom Edward Glaeser.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *